Verpleegkundige: Isoleren is geen marteling
Hoe kun je het als ‘verpleegkundige’ over je hart verkrijgen om mensen voor weken of zelfs vele maanden achtereen in een isoleercel gevangen te houden? Welk denkproces ligt er aan het uitvoeren van dergelijke praktijken ten grondslag?
Men spreekt over vastgeroest denken in de psychiatrische cultuur die mensen tot gruwelijkheden in staat stelt. Het isoleren is iets van nu, maar nog niet zo heel lang geleden werden patiënten in Nederland nog als straf elektroshocks gegeven als ze lastig waren. Die werden daarbij niet van tevoren verdoofd. Het was een regelrechte marteling die kon eindigen met botbreuken door de vele spasmen die veroorzaakt worden door de shocks.
Hoe kan een verpleegkundige dergelijke wreedheden begaan? Een oud psychiatrisch verpleegkundige vertelt over haar beredenering en denkwijze op basis waarvan zij mensen in een isoleercel heeft opgesloten zonder zich daar achteraf schuldig om te voelen.
~ Quote uit Eindhovens Dagblad ~
Als gepensioneerd psychiatrisch verpleegkundige word ik zeer geraakt door de berichten die al vanaf september in de media zijn verschenen over isoleercellen, allemaal naar aanleiding van de tragische dood van een patiënt in een isoleercel van een Amsterdamse instelling.
De patiënt bleek gestikt in een stuk brood.
Van 1980 tot 2003 heb ik onafgebroken als psychiatrisch verpleegkundige op gesloten afdelingen gewerkt. Hoe het in september zo is misgegaan, is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Wat me wel duidelijk is, is het feit dat de betrokken verpleegkundigen het voornamelijk voor hun kiezen kregen, want die zijn het eerst op non-actief gesteld en over hen is in de pers het meest negatief geschreven.
Het zou gangbaar zijn dat patiënten in de betreffende instelling direct na opname wegens gebrek aan personeel werden geïsoleerd. Mijn ervaring is dat deze dwangmaatregel alleen wordt toegepast bij onvrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten met wie geen afspraken meer te maken zijn en dreigen om zichzelf of anderen geweld aan te doen. Voor onze veiligheid en die van henzelf is het dan nodig om ze voor enige uren te isoleren en ze daarna weer te bezoeken om te kijken of er wel weer afspraken zijn te maken. Zo ja, dan kunnen ze eruit.
Deze mensen worden naast hun psychiatrische ziekte beheerst door een enorme agressie, die ze zelf niet de baas kunnen. Daardoor kunnen ze levensgevaarlijk voor anderen of voor zichzelf zijn. Zodra patiënten hun agressie weer onder controle hebben, kunnen ze terug naar de afdeling.
Wij vroegen na afloop aan de patiënten altijd hoe ze hun verblijf in de isoleercel hadden ervaren. Niet zelden gaven ze als antwoord: ‘Jullie hadden gelijk, want ik was razend.’
Lang geleden heb ik in Santpoort meegemaakt dat een psychotische jongeman zich van het leven beroofde. Hij werd wegens een eerdere suïcidepoging op de gesloten afdeling opgenomen. Het was een aardige jongen, die goed aan de behandeling meewerkte, waardoor het na verloop van tijd beter met hem ging. Onderliggend werd hij echter nog als suïcidaal ingeschat, waardoor hij ‘één-op-één’-begeleiding kreeg. Het is uiteindelijk toch misgegaan. Op het toilet pleegde hij zelfmoord.
Ik heb zijn ouders toen gezien. Dat vergeet ik mijn leven niet meer. Naar mijn gevoel was het in zijn geval beter geweest hem te isoleren. Als een isoleerbeleid goed werd uitgevoerd, heb ik het nooit als onmenselijk ervaren.
Integendeel, ik bewaar er mijn beste herinneringen aan. Want na de isolatie kregen we dikwijls contact met de patiënt. Maar dan moesten we wel onze beloften nakomen. Zo was het mogelijk, dat zij ons gingen zien als vertrouwenspersonen in plaats van als vrijheidsberovers.
Onlangs verscheen een vernietigend rapport over de Amsterdamse instelling waar in september het isoleercel-ongeval plaatsvond: slecht management en een slechte zorgkwaliteit. Jeroen Muller, bestuursvoorzitter van de organisatie waartoe de kliniek behoort, zei op 10 december in het tv-programma Nova dat hij alle isoleercellen binnen drie jaar wil sluiten. Volgens hem is het isoleren van patiënten niet meer van deze tijd en is het bovendien een maatregel van onmacht. Daar stelt hij een humanere behandeling tegenover, mits aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Er moet meer geld komen en beter opgeleid personeel, dat door ‘één-op-één’-begeleidingen escalaties kan voorkomen.
Met dergelijke uitspraken wordt flink gescoord. Mijn ervaring is echter dat ‘één-op-één-begeleidingen’ in theorie wel, maar in de praktijk heel moeilijk uitvoerbaar zijn. Het is veel veiliger voor patiënten om hen in noodgevallen – zo kort mogelijk – te isoleren.
Bron: Eindhovens Dagblad