Psychiaters verdienen het meeste bij
In de New York Times van 26 juni 2007 wordt bericht over de geldstromen van de farmaceutische industrie naar artsen. Overal ter wereld wordt de kwaliteit van de zorg enigszins bedreigd door een al te hechte relatie tussen artsen en de makers van geneesmiddelen. Het blijkt namelijk dat zoiets de manier waarop artsen voorschrijven sterk beïnvloedt. Is dat erg?
Artsen worden in de watten gelegd door producenten van geneesmiddelen omdat artsen nu eenmaal een grote rol spelen in de keuzen van wat mensen slikken. Hoewel praktijken zoals het schenken van allerlei cadeautjes en het verspreiden van gratis monsters steeds meer aan banden wordt gelegd, blijven er natuurlijk andere financiële relaties mogelijk. Bijvoorbeeld een adviesrol voor een bedrijf waarvoor goed betaald wordt, een hoog honorarium voor een lezing of bijdrage aan een nascholingsprogramma, betaalde studiereizen, het doen van onderzoek dat gesponsord wordt door de industrie. In enkele staten in de Verenigde Staten zijn de relaties nu verplicht openbaar. Zo weet men in de staat Vermont precies wat artsen van de industrie ontvangen. Met name om de gunst van specialisten te winnen hebben makers van medicijnen veel over. Het zijn vooral psychiaters die veel ontvangen. Bedroegen de gemiddelde bijverdiensten van psychiaters bij de farmaceutische industrie in 2005 nog 20.835 dollar in 2006 was het gestegen tot 45.692.
En wat krijgt de maker van medicijnen daarvoor terug? De psychiaters die het meest ontvangen schrijven ook het vaakst atypische antipsychotica aan kinderen voor. Dat houdt risico’s in en het is daarom erg omstreden. Kinderen lopen dus risico’s omdat psychiaters onvoldoende in staat zijn om onafhankelijk te blijven en hun gedrag niet te laten beïnvloeden door partijen die belangen hebben die niet gelijk hoeven te zijn met die van patiënten.
Is het in Nederland veel anders? De situatie in ons land is in de basis gelijk. Het gaat om zaken die over de hele wereld de zelfde vorm hebben aangenomen. Ook in Nederland geeft de farmaceutische industrie twee keer zoveel uit aan dergelijke promotieactiviteiten – in de boeken als wetenschappelijke vorming, lezing, informatieverschaffing terug te vinden – dan aan onderzoek naar nieuwe middelen. Alleen ontbreekt in Nederland een systeem om het ook daadwerkelijk zichtbaar te maken.
Deze publicatie is onderdeel van het column van prof. dr. Ivan N. Wolffers, klik hier voor meer publicaties van de auteur.
Pingback: Nederlandse hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Jan Buitelaar ontmaskerd()