Medisch moorden: Euthanasie onder dwang in de Duitse psychiatrie in 1914-1949
1. Duitse Psychiatrie
De participatie van artsen en in het speciaal psychiaters gedurende de holocaust is alombekende geschiedenis. De misdaden van Duitse psychiaters zijn uniek en eveneens alombekend in de geschiedenis van de mensheid. De massamoord van de Joden, Zigeuners en homosexuelen werd voorafgegaan door medische massamoord van psychiatrische patiënten.
2. Voorafgaande aan de Nazi periode
Lang voordat de Nazi’s aan de macht kwamen refereerden psychiaters in Duitsland aan hun “patiënten” op een inhumane manier, en verzochten continu voor een inhumane manier van “behandeling”.
Emil Kraeplin, 1918: “Een absolute regeerder die zich gewetenloos bemoeit met menselijke gebruiken zou, zonder twijfel, en in een periode van maar een paar decennia, een afname van geestelijke zwakheid veroorzaken”.
In 1931 definieerde Hermann Simon, directeur van de Anstalt (psychiatrische kliniek) in Gütersloh, de categoriën voor mensen die verondersteld inferieur waren zeer exact. Dit omvatte: fysiek ziek, invalide, de zwakken, de imbecielen, de kreupelen en de krankzinnigen.
Simon concludeerde:
“sommigen moeten dood.”
Ernset Rüdin, 1934:
“De psychiaters en gezonde mensen zijn bondgenoten tegen de genetisch defecten. De psychiater moet zijn dienst in het teken stellen van het bevorderen van erfelijke zuiverheid, mogelijkheid en superieur ras.”
Rüdin, die gedwongen sterilisatie als “de meest humane daad van de mensheid” beschouwde, zegt in 1934 over Hitler:
“Alleen Adolf Hitler’s politieke werk maakte het mogelijk om mensen bewust te maken van de betekenis en het belang van puurheid van het ras. Onze droom, die we in de afgelopen 30 jaar hebben gehad, is eindelijk realiteit geworden.”
“De Nazi’s hadden de Duitse psychiatrie niet nodig, het was andersom, de Duitse psychiatrie had de Nazi’s nodig.” ~ Ernst Klee
3. Chronologisch tabel
30.01.1933 | Appointment of Hitler as “Reichskanzler”. |
22.03.1933 | Opening of Dachau, the first concentration camp. |
24.03.1933 | Passing of the “Ermächtigungsgesetz”. Hitler aquires unrestrictive power. |
14.07.1933 | Passing of the “Gesetz zur Verhütung erbkranken Nachwuchses” (Law to prevent hereditary disease). Between 1934 and 1939 circa 400,000 persons were sterilised. |
18.10.1935 | Passing of the “Gesetz zum Schutz der Erbgesundheit des Deutschen Volks” (“Ehegesundheitsgesetz”) (Law to protect the genetic health of the German Nation (Marriage Health Law)). |
1.09.1939 | German troops invade Poland. Start of World War II. |
1.09.1939 | Decree to end sterilisation. |
1.09.1939 | Hitler personally signs the “Euthanasie-Erlaß” (Euthanasia Decree) |
september 1939 | Murder of patients in Polish psychiatric institutions. |
oktober – december 1939 | Beginning of “Aktion T 4” · Founding of the central organization (Reichsarbeitsgemeinschaft Heil- und Pflegeanstalten, gemeinnützige Krankentransportgesellschaft, gemeinnützige Stiftung für Anstaltspflege, Zentralverrechnungsstelle Heil- und Pflegeanstalten), located at Tiergartenstraße 4, in Berlin. · Reporting to Berlin of all hospitalised patients. · Establishment of the killing machinery in six psychiatric hospitals. |
Einde van 1939 – 24.08.1941 |
Murder of 70,000 psychiatric patients within the German Reich. |
15.01.1940 | Decree to report all Jewish patients, and the beginning of their killing after transferral to psychiatric institutions in the “Generalgouvernement” Poland (primarily Cholm near Lublin). |
1940 | Beginning of the establishment of 21 children’s units. By 1945 circa 10,000 children and youths were murdered in these. |
24.08.1941 | Conclusion of “Aktion T 4”. |
17.11.1942 | Introduction of the “Hungerkost” (Starvation Diet) in many Reich institutions. Circa 90,000 people died as a result of this. |
6.04.1944 | Decree to establish “Ostarbeiter-Sammelstellen” (units for forced labour from east European countries) in 11 psychiatric institutions. Beginning of the killing of the “useless” forced labourers. |
1942 – 1945 | Time of the “wilde Euthanasie” (wild euthanasia). In circa 15 institutions special wards were installed. Here patients were mainly killed with Luminal and Morphium-Scopolamin injections. |
4. Actie T 4
Op 1 september 1939 werd de “Ethanasieerlaß” (Euthanasie decreet) bekend gemaakt aan de directeuren van psychiatrische instellingen binnen de vooroorlogse grenzen van Duitsland. De directeuren kregen voor elke patiënt een registratieformulier aangeboden voor een specifiek opgerichte psychiatrische administratie in Berlijn, om te bepalen of de patiënt aan de voorwaarden voor dood voldeed. Een groep van de meest vooraanstaande psychiaters van Duitsland werd aangesteld als “T 4 Gutachter” (T 4 Experts), die de registratieformulieren controleerden. Een groep van experts reisde van instituut naar instituut om de compleetheid en correctheid van de registratieformulieren te controleren, en in het speciaal bij een van de weinige instellingen wiens directeur had geprobeerd om de registratie te vertragen.
Zes instituten binnen de vooroorlogse grenzen van Duitsland werden geleegd en voorzien van gaskamers. Een transportbedrijf, speciaal opgericht voor het doel, bracht de geselecteerde patiënten van de psychiatrische ziekenhuizen naar de exterminatie instituten, meestal in groepen van 40 tot 120 patiënten. Onmiddelijk na het arriveren van de patiënten werden ze ontkleed, gefotografeerd, genummerd met een stempel op hun schouder of arm, kort gezien door een psychiater die hun identiteit controleerde op basis van een bestand, waarna ze naar een gaskamer werden begeleid. Carbon Monoxide werd de kamer binnengebracht terwijl een psychiater toekeek via een raam.
Na de dood werden gouden tanden verwijderd en de lichamen verbrand in crematoria. Familieleden van de persoon ontvingen een brief dat de persoon was gestorven aan de gevolgen van een ziekte.
Het was niet mogelijk om de ontwikkelingen geheim te houden. Het personeel van de ziekenhuizen waar de patiënten vandaan kwamen evenals familieleden kwamen spoedig achter het lot van de patiënten. Er waren familieleden die protesteerden, en er was ziekenhuispersoneel die familieleden adviseerden om patiënten mee naar huis te nemen om ze te redden van het lot. Daardoor zijn enkele patiënten aan de dood ontsnapt.
In totaal werden 70.273 patiënten in deze zes instellingen gedood.
Door een toenemende publieke verontwaardiging en kritiek, en om organisatorische redenen, werd deze actie op 24 agustus 1941 gestaakt.
5. Euthanaseren van kinderen
“…I want to most courteously ask you to answer the following questions:”, Beate Passow, 1996.
Kinderen werden buitengesloten van Aktion T4, maar in oktober 1939 werd een speciale kinderunit gerealiseerd in Görden, waar het doden van kinderen van start ging. Na de beëindiging van “Euthanasie Aktie T 4” in agustus 1941, werd het euthanaseren van kinderen systematisch ontwikkeld. Ten minste 21 speciale units werden gerealiseerd binnen de vooroorlogse grenzen van Duitsland. De directeuren van de units waren geautoriseerd om kinderen te doden. Kinderen werden naar de psychiatrische klinieken gebracht vanuit ziekenhuizen en jeugdzorg organisaties die ze selecteerden voor het euthanasie programma. Ze werden getransporteerd naar speciale units na goedkeuring door de Centrale Organisatie in Berlijn. Kinderen werden naar deze speciale psychiatrische klinieken gezonden als “observatie gevallen”. De verantwoordelijke psychiater maakte vervolgens een rapport op, op basis waarvan de Centrale Organisatie in Berlijn vervolgens besliste of het kind verder geobserveerd moest worden of moest worden gedood. In het laatste geval kregen de kinderen Luminal in tabletvorm, of gemengd door het eten, waarop ze buiten bewustzijn raakten en binnen 2 tot 5 dagen stierven. Soms werd Morphium Scopolamin geïnjecteerd. Ongeveer 5.000 kinderen werden binnen de vooroorlogse grenzen van Duitsland gedood, bijvoorbeeld in Bavaria werden 695 kinderen gedood.
Dit programma werd wetenschappelijk gepromoot en georganiseerd door de Universiteiten.
De weerstand van psychiaters tegen dit programma was het meest krachtig. Er verlieten zo velen hun praktijk dat er een tekort aan psychiaters ontstond. In juni 1943 stuurden de hoogleraar Rüdin, De Crinis, Carl Scheider, Heinze en Nitsche een memorandum naar de “Generalkommissar des Führers für das Sanitäts- und Gesundheitswesen”, hoogleraar Karl Brandt, die de volgende zin bevatte: “Er is een uittocht van bekwame psychiaters naar andere medische gebieden”.
Hamburg:
De geestelijk gehandicapten, die systematisch zijn vermoord door de Nazi’s gedurende de oorlog omdat ze gezien werden als een last voor de samenleving, en niet geacht als zijnde waardig voor het leven, zijn onder de meest vergeten “slachtoffers” van het nationaal socialisme.
Geestelijk gehandicapte Joden waren in het speciaal kwetsbaar omdat ze geen kans hadden om te emigreren.
Zo’n voorbeeld in Hamburg was de behandeling van gehandicapte patiënten in het Alsterdorf Instituut. Vanaf 1937 en later trachtte pastoor Lensch, het hoofd van het instituut, om geen Joodse patiënten meer aan te nemen, en snel meer dan 20 Joodse patiënten die reeds in het instituut verbleven naar andere psychiatrische instituten te transporteren. Hij rechtvaardigde dit beleid later door te stellen dat de liefdadige reputatie van de instelling in geding was. Dit was een excuus want de Hamburgse autoriteiten wilde op dat moment geestelijk gehandicapten faciliteren in Alsterdorf.
Op 31 oktober 1938 werden 16 Joodse geestelijk gehandicapte patiënten gedeporteerd naar het door de staat beheerde Langenhorn instituut, en anderen patiënten volgden ze daar, of werden naar andere door de staat beheerde instituten zoals die in Farmsen getransporteerd.
Op 23 september 1940 werden de eerste 150 Joodse patiënten gedeporteerd naar Langenhorn verzorgingshuis en daar vermoord. Hieraan werd gerefereerd met “euthanseren”. Onder de vermoorde mensen waren patiënten die waren uitgezet uit het Alsterdorf Instituut.
In totaal werden meer dan 3.000 gehandicapte mensen vanuit Hamburg vermoord op deze manier gedurende de oorlog.
De Evangelische Stiftung Alsterdorf heeft zich sindsdien geconfronteerd met haar geschiedenis gedurende de Nazi periode, en heeft een herdenking opgericht voor de gedeporteerde slachtoffers, onder wie vele niet-Joden, in de ingang van het instituut aan de Dorothea-Kasten-Straße 3, 22297 te Alsterdorf.
6. Dood door verhongering
Op 15 november 1942 werd een conferentie gehouden voor de directeuren van alle Bavariaanse psychiatrische ziekenhuizen in het Bavariaanse Ministerie van Interieur. Na de oorloog rapporteerde een deelnemer van deze conferentie het volgende aan de Amerikaanse autoriteiten:
In november 1942 werden alle geneesheer-directeuren van alle Bavariaanse psychiatrische ziekenhuizen gedagvaard, doormiddel van een geheime brief, naar de Health Department van het Bavarian Ministry of the Interior in Munich. De ontmoeting werd onmiddelijk als geheim verklaard. De directeuren moesten het aantal doden in hun instituten rechtvaardigen, welke was toegenomen door sterfte aan tuberculose. Ondanks dit, legde de voorzitter uit dat veel te weinig patiënten stierven en dat het niet nodig was om de ziekte te behandelen.
De directeur van de Heil- en Pflegeanstalt Kaufbeuren gaf een korte verklaring voor zijn persoonlijke procedure. In eerste instantie was hij tegen de voorgedragen euthanasia, maar toen hij kennis nam van de officiële statistieken, had hij er spijt van dat euthanasia was gestaakt. Hij gaf de patiënten in zijn instituut, die anders in het euthanasia programma terecht zouden zijn gekomen, een volledig vetvrij dieet; hij benadrukte vet-vrij. De patiënten stierven binnen drie maanden door famine edema. Hij adviseerde deze procedure aan alle instituten die werden opgeroepen.
De voorzitter accepteerde deze aanbeveling, en gaf het onmiddelijke bevel dat het ‘verhonger dieet’ in de praktijk zou worden gebracht in alle psychiatrische instellingen. Er was geen geschreven bevel, maar het zou worden gecontroleerd of het bevel werd uitgevoerd of niet.
Het verhonger dieet werd geïntroduceerd in de meeste psychiatrische instellingen, eerst in Bavaria en later in de rest van Duitsland.
Naar schatting 90.000 mensen stierven ofwel direct als gevolg van het verhonger dieet of indirect door een verhongerings geïnduceerde ziekte, voornamelijk tuberculose.
7. Experimenten met mensen
Het is pas in de recente jaren aan het licht gekomen dat er in de psychiatrische instellingen tevens “medische” experimenten plaats hebben gevonden. Tot op de dag van vandaag is er maar weinig bekend over deze experimenten. Het is ook nog steeds niet duidelijk wat het doel van de I.G. Farben laboratoria was, die werden geïnstalleerd in veel psychiatrische inrichtingen.
In het begin van de jaren 1990, werden de experimenten van G. Schaltenbrand opnieuw besproken. In 1940, in het psychiatrische ziekenhuis Werneck, had hij bij psychiatrische patiënten intrademale en cisternale spinale vloeistof van apen geïnjecteerd, apen bij wie voorafgaande spinale vloeistof van multiple sclerosis patiënten was geïnjecteerd.
8. Dwangarbeiders in de psychiatrie
Op 6 semptember 1944 riep het Rechsminister of the Interior het establishment van speciale units voor “Ostarbeiter” (werknemers uit Oost-Europa) op in verschillende psychiatrische ziekenhuizen in het Rijk. De reden die gegeven werd was:
“Met het aanzienlijke aantal “Ostarbeiter” en Polen die eerder naar het Duitse Rijk zijn gebracht als werkkracht, is hun opname in Duitse psychiatrische ziekenhuizen als psychiatrisch patiënten toegenomen…
Met het tekort aan ruimte in Duitse ziekenhuizen is het onverantwoord om deze zieke mensen, die in de nabije toekomst niet geschikt zullen zijn voor werk, voor een lange periode in Duitse instituten te behandelen.”
Het exacte aantal “Ostarbeiter” die gedood zijn in psychiatrische instellingen is nog steeds niet bekend.
189 “Ostarbeiter” werden opgenomen in de “Ostarbeiter” unit van de Heil- und Pflegeanstalt Kaufbeuren; 49 stierven als gevolg van een verhongerings dieet, anderen door dodelijke injecties.
9. De psychiaters
Deze waren:
- Psychiaters die actief waren en hoofdzakelijk verantwoordelijk waren voor de verschillende euthanasie organisaties.
Ze bestuurden en ontwikkelden de verschillende euthanasie programma’s. - De T 4 Experts, psychiaters met een verantwoordelijke positie, voornamelijk klinische directeuren, die de selectie van degene die vermoord moesten worden controleerden en observeerden. Ze adviseerden wie er hoofdzakelijk verantwoordelijk was, en beslisten zelf over de moorden en voerden het uit.
- Verschillende artsen in Universiteiten, die de wetenschappelijke fundamenten hebben gelegd voor het psychiatrische euthanasia programma en haar slachtoffers als wetenschappelijk bewijs opvoerden.
- Psychiaters van instituten die betrokken waren bij de acties en die ze met overtuiging uitvoerde door de registraties naar Berlijn te sturen, patiënten te transporteren naar de psychiatrische vernietigings instituten en betrokkenheid bij het moorden.
Er waren tevens:
- Psychiaters die weigerden om te participeren in het euthanasia programma, en die zich terugtrokken, werden getransporteerd of pensioen kregen.
- Sommige psychiaters die in het geheim patiënten probeerden te redden, die de registratie vertraagden, en die niet het uithongerings dieet introduceerden, etc.
- Sommige psychiaters die actief en openlijk protesteerden.
Dit protest leidde niet tot consequenties of nadelen.
10. Psychiatrische massamoord na de Nazi-periode
Op 28 april 1945, de dag van de bevrijding, nam de Brandenburg Anstalt (psychiatrische kliniek) Teupitz, 600 patiënten op. Tegen het einde van oktober was dit aantal gedaald tot een magere 54 mensen.
Bij de Saxon Anstalt (psychiatrische kliniek) Altscherbitz, stierven meer mensen in 1945 dan gedurende de Nazi-periode. Het sterftecijfer was in 1945 36,5% (838 mensen). In 1947 was het sterftecijfer gestegen naar 38% (887 mensen).
Bij Saxon Anstalt (psychiatrische kliniek) Großschweidnitz, stierven 1.012 gevangen in mei 1945 alleen.
bij de Wurttemberg Anstalt (psychiatrische kliniek) Zwiefalten, was het sterftecijfer in 1945 46,5%, twee keer zoveel als in 1944.
Bij de Pommeranian Anstalt (psychiatrische kliniek) Ueckermünde, was het sterftecijfer in 1945 55%.
Bij de Anstalt (psychiatrische kliniek) Bernburg/Saale was het sterftecijfer in 1945 verdubbeld ten opzichte van het voorgaande jaar.
Gedurende de Nazi periode funktioneerde Schloß Hoym (Hoym Kasteel) als een “moord instituut” voor zogenaamde psychiatrische patiënten in nood voor contstante zorg. Ook hier begon de massaslachting pas na de bevrijding. In 1945 gaf het onderdak aan 500 gevangenen, echter, de “gemiddelde vraag naar doodskisten” was niet meer dan 250.
Bij de North Rhine-Westphalia Anstalt (psychiatrische kliniek) Düsseldorf-Grafenberg, was het sterftecijfer tussen 1946 en 1947 55%. in 1948/49 was het nog steeds 30%. Voorafgaande aan de Nazi-periode verschafte deze instelling het farmaceutische bedrijf Bayer-Elberfel met “test objecten” voor hun anti-malaria onderzoek.
Heinz Faulstich was een van de eerste psychiaters die het moorden door uithongering documenteerde. Hij gaf een minimum aantal van 20.000 doden door uithongering voorafgaande aan de Nazi-periode. Het is onmogelijk om een exact cijfer te geven omdat vele van de relevante asielen en huizen alle gegevens en relevante documenten hebben vernietigd.
Er is één uitzondering: het personeel van de Wittenauer Heilstätten in Berlijn, heeft de historische rol van hun kliniek kritisch onderzocht. Tussen 1938 en het einde van de oorlog, op 24 april 1945, waren 4.607 patiënten vermoord, gebruikelijk binnen 20 dagen na opname. Na de bevrijding werden 2.500 mensen opgenomen, en 1.400 patiënten stierven binnen hetzelfde jaar, ongeveer 55%.
In 1957 was het instituut hernoemd naar Karl Bonhoeffer Kliniek voor Neurologie. Bonhoeffer speelde een belangrijke rol in “sterilisatie van geestelijk inferieure”, en, zoals vele anderen, deed dit vrijwillig. Ondanks zijn pensioen ging hij door met zijn werk voor raciale sterilisatie rechtbanken. In december 1941 onderzocht hij een Joodse “Mischling” (half-bloed), die 14 jaar eerder opgenomen was geweest in een psychiatrische kliniek. De NS-Erbgesundheitsgericht (de Rechtbank voor de Bescherming van het Duitse Bloed en Eer) betwijfelde de veroordeling, omdat het individu geen teken van ziekte vertoonde, en gewoon werkte. Desondanks adviseerde bonhoeffer sterilisatie.
De onder dwang gesteriliseerden waren het slachtoffer van de Nazi Duitse rassenwetgeving. Echter, hun slachtoffer status werd nooit officiëel erkend, waardoor zij niet in aanmerking kwamen voor compensatie. Ze zijn geheel afhankelijk van sociale ondersteuning.
11. Psychiaters gaan vrijuit en worden geëerd
De daders van al dit leed kregen na de oorlog de mogelijkheid om hun carriére als psychiater voort te zetten. Verder handelde ze schaamteloos als experts en consultanten in zaken voor compensatie, waarmee ze de slachtoffers nog meer leed toebrachten, door te verklaren dat gezien hun “inferioriteit” geen tekenen van emotionele schade kon worden vastgesteld.
Één van de meest geëerde en gerespecteerde psychiaters in het na-oorlogse Duitsland was hoogleraar Helmut E. Ehrhardt, sinds 1937 lid van de NSDAP (National Socialist Workers Party), i.e. de Nazi Partij, en hoogleraar forensische en sociale geneeskunde in Marburg.
Ehrhardt funktioneerde frequent als “witwasser” van Nazi Psychiatrie. Hij gaf expert-advies aan het federale Ministerie van Financiën:
“Voor het reguleren van compensatie claims voor degene die gesteriliseerd zijn zou, in de meeste gevallen, alleen maar tot bespotting leiden, welke de gedachte achter de schadevergoeding niet zou rechtvaardigen.”
Ehrhardt werd bekroond met de Paracelsus Medal, de hoogste eer in de Duitse medische professie. Hij was ook lid van het Mental Health Advisory Board van de World Health Organisation, het Ethisch Comité en de Forensische Afdeling van de World Federation of Psychiatry, van wie hij later een geëerd lid werd.
In 1946 verschafte hoogleraar psychiatrie Otto Plötzl uit Viennese medisch bewijs dat vergiftiging een bijzonder humane manier voor doden was omdat mensen “langzaam wegvielen” in de dood.
De Viennese forensische medisch expert Leopold Breitenecker, uitte een soortgelijke opinie toen hij in 1967 zei: “Dood door gas is een van de meest humane manieren van dood denkbaar”. Breitenecker werd gevraagd om Aquilin te onderzoeken in getuigenissen tegen psychiaters die betrokken waren bij het vergassen. Als oprichter van de Australische Association of Forensic Medicine was hij een lid van verschillende ethische comité’s.
De bescherming door psychiaters van hun moordzuchtige collega’s had ten alle tijden de prioriteit boven het lijden van hun slachtoffers. Dit is de enige verklaring voor het feit dat Werner Heyde, hoogleraar psychiatrie en hoofd vergassing, na de oorlog onder de valse naam Dr. Sawade zijn praktijk in Duitsland heeft kunnen voortzetten, en als expert heeft kunnen optreden voor claims en compensaties. Dit is ondenkbaar zonder de kennis van zijn collega’s.
Bescherming van psychiaters duurde voort tot na hun dood:
Nedersaksen Generale Medical Council’s doodsbrief voor Dr. Klaus Endruweit, verantwoordelijk voor de vergassingen bij de Anstalt (psychiatrische kliniek) Sonnenstein, in Pirna, vermeldt: “We zullen hem eren en herdenken”
De doodsbrief van Heinz Heinze, voormalig directeur van het grootste instituut voor het vermoorden van kinderen vermeldt: “In vereerde herdenking”
De doodsbrief van hoogleraar Werner Catel van de Universiteit van Kiel, die de massamoord van kinderen ten uitvoering bracht, vermeldt: “hij droeg in vele opzichten bij aan het welzijn en de welvaart van zieke kinderen”
De doodsbrief van hoogleraar klinische psychiatrie Friedrich Panse van de Universiteit van Düsseldorf sluit af met “Een leven in dienst van lijdende mensen… is voltooid” Panse was T4-adviseur die de patiënten de gaskamer in leidde en hun lijden gade sloeg.
Tot op de dag van vandaag worden de daders van deze misdaden met meer sympathie behandeld dan hun slachtoffers.
“Degene die de daders van deze misdaden eren, zullen een tweede keer doden.” ~ Ernst Klee
Bron: Universiteit Hamburg
Diagnosticeren en Vernietigen (preview)

Getuigenis van Elvira Manthey op het Foucault tribunaal in 1998

Zie ook het boek: “Hongersterven in de psychiatrie 1914-1949” van psychiater dr. Heinz Faulstich
Pingback: Dader bloedbad Zwijndrecht: “Antidepressiva doen rare dingen met mensen.”()
Pingback: Het bewijs dat psychiaters schuldig zijn, en dat ze zich daar bewust van zijn()
Pingback: IAAPA protest: Stop de leugen over psychiatrische massamoord in 1945 tot 1949()
Pingback: The Lancet: Moderne antipsychotica (atypisch) dodelijker dan oude antipsychotica()
Pingback: Duitse psychiaters bekennen criminele verleden psychiatrie: voortzetting Holocaust 1945-1949()
Pingback: Hitler’s Holocaust was het gevolg van een psychiatrische ideologie()