Kind in dubio na hoorzitting ADHD in Tweede Kamer
Door de wirwar aan meningen, opvattingen en overtuigingen was het tijdens een door PvdA-politica Lea Bouwmeester georganiseerde hoorzitting over ADHD in de Tweede Kamer lastig om door de bomen het bos te blijven zien. Het getouwtrek over het wel of niet bestaan van de ziekte ADHD, de meest effectieve behandelmethode die uiteenloopt van neurofeedback, een dieet, opvoeding of psychiatrische medicijnen lijkt het kind in dubio te verkeren over hoe er wordt omgesprongen met zijn of haar toekomst.
Voorstanders van de psychiatrie vallen zoals gebruikelijk terug op argumentum ad hominem en schermen met het verwijt dat de tegenstanders geen benul hebben van “wetenschap” en “harde feiten”, onderwijl blijkbaar niet realiserende dat er geen bewijs is dat de hersenziekte ADHD bestaat en dat bij kinderen individueel niet gemeten wordt wat de medicijnen in de hersenen doen. Het spreekt tot de verbeelding dat argumenten van het pro-medicijnen kamp eenvoudig van tafel werden geveegd door genodigden als dr. Laura Batstra die eerder uit afkeer tegen de gangbare behandelpraktijk ontslag heeft genomen bij een psychiatrische instelling die programma’s op touw zette om kinderen op basisscholen te testen op ADHD. (zie: ADHD is geen ziekte, Trouw 14-04-2010)
Zie Universiteit Groningen (2012): ADHD is geen ziekte
Onderwijl de discussie hevig voortwoedt denken tegenstanders van de psychiatrie of specifieke behandelmethoden meerdere slagen gewonnen te hebben, maar het verleden heeft geleerd dat de psychiatrie met gepaste tegenstand en uitgekiende marketing de bottom line tot op heden altijd naar zich toe heeft weten te halen. Ze bukken een keer en geven een keer toe, maar volgend jaar zijn er onverhoopt toch weer 100.000 extra pillen voorgeschreven of heeft de psychiatrie – als medisch vakgebied met een medische kijk op de geest – haar toekomst op een andere manier zeker gesteld.
De psychiatrie aankijken op haar handelen en hopen op verbetering is niet voldoende, er zullen knopen moeten worden doorgehakt om resultaten te bereiken of dat nu wel of niet ten gunste is van de psychiatrie. Dat is in het belang van de kinderen die nu onderhevig zijn aan wild getouwtrek waarbinnen ze soms wel en soms niet een ongeneeslijke hersenziekte hebben, en soms wel en soms niet krachtige hersenmedicijnen nodig hebben die ze mogelijk al wel slikken. Hun toekomst staat letterlijk op het spel. Een toekomst als chronisch zieke patiënt of door neurofeedback, een dieet of goede opvoeding wellicht als normaal kind, een enorm verschil.
Een manier om een verdere escalatie van de situatie te voorkomen is m.i. door te gaan vereisen van psychiaters dat zij alvorens zij een hersenziekte bij mensen mogen diagnosticeren en behandelen zij eerst bij mensen individueel bewijs moeten kunnen leveren voor de aanwezigheid van de ziekte (in het speciaal als het gaat om de hersenen van kinderen).
En als zij dat bewijs niet kunnen leveren dan zal dat betekenen dat het beroep psychiater zal behoren te vervallen tot een vanuit persoonlijke overtuiging gedreven praktijk zoals ook paranormaal therapeuten hun beroep kunnen beoefenen en zal er weer potentieel ontstaan voor initiatieven die leiden tot best practice en de beste resultaten, zoals bijvoorbeeld een dieet, opvoeding of andere oplossingen voor de problemen die bij kinderen kunnen spelen wat zich kan uitten in druk gedrag of concentratieproblemen.
De problemen verschillen per kind, zowel in persoonlijke ervaring als uitwerking en hebben onafhankelijke oorzaken, dus hoe komt de psychiatrie erbij om te verkondigen dat er bij de kinderen sprake is van een eenduidige ziekte die medisch moet worden aangepakt?
Het is zaak om orde te scheppen in de chaos door eenvoudige eisen te stellen. Een hersenziekte behandelen is noodzaak maar enkel wanneer je kunt aantonen dat het kind de ziekte daadwerkelijk heeft en wanneer je kunt aantonen dat de behandeling die je geeft de ziekte ook daadwerkelijk geneest. Het gaat om de toekomst van honderdduizenden kinderen waar ook mensen zoals Albert Einstein tussen kunnen zijn, dus de schade van een mogelijk onterechte hersenbehandeling terwijl een dieet uitkomst had kunnen bieden kan onvoorstelbaar groot zijn.
Bron: DeNederlandseGrondwet.nl