Hoogleraar: ‘Schizofrenie bestaat niet’
Door Maurice Timmermans
Hoe voelt een psychose? Hoe beangstigend is het om het contact met de werkelijkheid te verliezen, om stemmen te horen? Studium Generale organiseert een filmvertoning in filmhuis Lumière en twee talkshows over psychosen, met onder anderen de Maastrichtse hoogleraar psychiatrie Jim van Os.
De diagnose schizofrenie doet meer kwaad dan goed, het betekent een verwijzing naar de dagbehandeling en je beneemt er alle uitzicht op herstel mee. Terwijl dat wel mogelijk is, ook bij schizofrenie. Als je uitgaat van het potentieel van mensen kun je een heel eind komen. Cognitieve therapie, praten, dat helpt, vooral bij mensen die stemmen horen en daaraan denken te moeten gehoorzamen. Ze kunnen leren om de stemmen te negeren. Het probleem is dat de zorg daar niet op ingericht is. Wel op pillen, op medicatie, die is routinematig te verkrijgen.
In het programma van Studium Generale ligt het zwaartepunt op de beleving van patiënten. Tijdens de talkshow van vanavond doet schrijver Bart de Ruijter een boekje open over zijn ervaringen. Ook de film Spider (2002) van David Cronenberg – maandag, 19.30 uur – laat zien wat het betekent om met een dergelijke aandoening te leven.
Maar wat is de laatste, wetenschappelijke stand van zaken? Een belangrijke bevinding van de afgelopen jaren is dat de moleculair-genetische zoektocht naar genen die psychotische stoornissen of schizofrenie veroorzaken, niets heeft opgeleverd.
“Dat komt doordat wetenschappers een verkeerd beeld hanteren van schizofrenie”, zegt Jim van Os, tevens hoogleraar aan het Institute of Psychiatry in Londen.
“Ze zijn er steeds van uitgegaan dat het een ziekte is die je wel of niet hebt. Nu dringt het besef door dat het strikt genomen niet om een ziekte gaat maar om een reeks symptomen die vaak in samenhang optreden. En dat die symptomen net zo goed voorkomen in de normale populatie. We weten dat stadsbewoners meer last hebben van wanen en stemmen in hun hoofd dan plattelanders. Dat heeft te maken met de overvloed aan stimuli in steden.”
Iedereen heeft er dus in meer of mindere mate last van, zegt Van Os, maar de beeldvorming rond psychosen en schizofrenie is zeer beladen.
“Dokters hebben het altijd over een ernstige ziekte, die in films en in de pers steevast in verband wordt gebracht met gevaar en geweld. Op schizofrenie rust een stigma. Je ziet zelfs dat patiënten zichzelf stigmatiseren en zichzelf als gevaarlijker beschouwen dan ze zijn.”
Wat te doen? Van Os wil af van de beladen, 19e-eeuwse term schizofrenie, waarvan de letterlijke betekenis (gespleten persoonlijkheid) geen houdt snijdt. In Japan is het begrip al geschrapt.
“De diagnose roept daar zoveel schaamte op dat menig patiënt suïcide heeft gepleegd. Ik ben betrokken bij de totstandkoming van de DSM-V (de standaardlijst van psychische stoornissen, red.) en reis elke twee maanden naar Washington, naar de American Psychiatric Association. Tijdens de debatten pleit ik voor de nieuwe term ‘Salience Dysregulation Syndrome’.”
Schizofrenie is een containerbegrip met verschillende symptomen.
“Misschien blijken het wel tien of twintig verschillende ziekten. Wat we in ieder geval zien zijn zieke mensen, die zeggen dat ze de dingen anders waarnemen dan normaal. Dat neutrale prikkels tijdens een psychose ineens een persoonlijke betekenis krijgen. Ze denken dat voorbijgangers hen in de gaten houden en dat personen op tv tegen hen praten.”
Pingback: Lia Grovers: "Je kunt wél genezen van schizofrenie"()