Hoogleraar: Ouders grijpen te snel naar ADHD medicatie bij lastige kinderen
WOERDEN – „Als kinderen iets doen wat lastig is, of als ze moeilijk te hanteren zijn, halen ouders, leerkrachten en gewone burgers er veel te snel een psychiater of de politie bij. Dat is niet in de haak”, zegt prof. dr. Jo Hermanns. Met de rede getiteld ’Het opvoeden verleerd’ aanvaardde de hoogleraar Opvoedkunde gisteren de Kohnstammleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam.
„Er is in Nederland een heftige negatieve maatschappelijke discussie gaande. Politici, media, onderzoekers en burgers vinden dat ouders hun kinderen niet goed opvoeden”, aldus Hermanns een dag eerder ten kantore van zijn adviesbureau (op het gebied van jeugdbeleid en jeugdzorg) in Woerden.
Opvoeding over het algemeen goed
„Maar als je naar de onderzoeken kijkt, van het Sociaal Cultureel Planbureau, psychiaters, het Centraal Bureau voor de Statistiek, universiteiten, dan zie je tot je stomme verbazing dat het prima gaat met de opvoeding. Ouders hanteren regels, stellen grenzen, vertellen waarom iets verkeerd is. Kinderen worden volgens het boekje opgevoed. En vergeleken met andere landen zit de Nederlandse jeugd in de top voor wat betreft welzijn.”
Te snel naar de dokter
Maar ook al gaat het goed met de opvoeding, toch is er een enorme toename in het gebruik van zorg. Uit onderzoek blijkt dat tussen de 3 en 9 procent van de kinderen daadwerkelijk problemen heeft. Echter maar liefst 14 procent wordt behandeld. Veel meer dan nodig is, volgens de professor.
Opvoeding terug naar gewone mens
„Nederland is kampioen ’kinderen plaatsen in instellingen’. Er zitten er meer dan 20.000 in 24 uursvoorzieningen, en daarnaast honderdduizenden in behandelcentra, klinieken en speciaal onderwijs. En dan zijn er ook nog duizenden projecten en programma’s voor opvoedingsondersteuning en trainingen voor ouders. Terwijl het veelal om heel gewone problemen en vragen gaat. Mijn kind luistert niet, is bang, slaapt niet goed, pikt in de winkel, hangt rond op straat. Al datgene wat eeuwenlang bij de alledaagse strubbelingen van het leven hoorde, wordt nu aan deskundigen overgelaten. Ze stoppen kinderen in systemen waar ze behandeld en genezen moeten worden”, zegt Hermanns.
Hij bepleit dat de opvoeding weer terug moet naar gewone mensen: de ouders, leerkrachten en mensen op straat.
Opvoeden soms erg moeilijk
„Opvoeden is niet altijd even leuk. Maar als opvoeder kun je veel meer dan je denkt. Als je het kinderen vraagt, vinden de meesten hun ouders best wel oké. Opvoeders zijn veel kritischer op zichzelf dan hun kinderen. Twijfelen hoort erbij. En het gros van de ouders doet het goed genoeg. Maar ouders worden onzeker gemaakt. Ze leren dat andere mensen het beter weten. Het is maar de vraag of dat zo is.”
Opvoedcursussen en levenservaring
Van oudertrainingen worden 7 van de 10 ouders betere opvoeders.
„Lijkt mooi. Maar van ouders die niet een dergelijk programma volgen, verbetert ook minstens de helft. Al doende leer je”, aldus Hermanns.
„En van al die programma’s voor kinderen weten we niet of ze verbetering brengen. Als er al behandelingen onderzocht zijn, blijkt het weinig effect te hebben, of juist een negatief effect. Het bij elkaar brengen van moeilijke kinderen in behandelcentra vergroot juist de problemen. Van de delinquenten die jeugd-tbs hebben, recidiveert 85 procent ernstig binnen tien jaar. Problemen worden dus niet opgelost.”
Hulp bij opvoeding
Natuurlijk zijn er kinderen die écht hulp nodig hebben, beaamt Hermanns.
„Maar laat dan de deskundige kijken wat het gezin nodig heeft. Meelopen, kijken wat er moet gebeuren om het thuis beter te laten verlopen. Niet het kind uit zijn gewone leven halen. Dat blijkt veel beter te werken. Overigens komt de zorg nu vaak niet of veel te laat bij kinderen die het écht nodig hebben. Je ziet veel allochtone kinderen in het jeugdstrafrecht, maar niet in de jeugdhulpverlening. Terwijl hulp bij de opvoeding voorkomt dat het kind later ontspoort.”
Niet te snel opgeven
Het hoofd koel houden, is het advies van Hermanns aan ouders.
„Bijna iedere ouder denkt eens in die eerste twintig levensjaren van zijn kind: Dit gaat echt fout. En toch gaat het niet fout. De meeste problemen gaan vanzelf weer over. Je komt er samen doorheen. Dat vraagt moed, doorzettingsvermogen en eigenwijsheid”, zegt Hermanns.
„En je moet beseffen dat veel problemen niet oplosbaar zijn. Als een kind niet goed kan leren, van aanleg heel druk is of een moeilijk temperament heeft, kan een deskundige dat kind echt niet veranderen.”
Vind jij dat er bij opvoedproblemen veel te snel deskundigen worden ingeschakeld? Word jij als ouder onzeker van de adviezen van anderen? Mogen politici, onderzoekers en media zich met de opvoeding van kinderen bemoeien? Praat mee op De Telegraaf!
Bron: De Telegraaf/VROUW