Gemartelde man krijgt als genadeklap TBS wegens verzet tegen dwangbehandeling
ZUTPHEN – Het Openbaar Ministerie heeft voor de rechtbank in Zutphen tegen de 36-jarige R.C. uit Apeldoorn tbs met dwangverpleging en een voorwaardelijke celstraf van acht maanden geëist.
De man wordt verdacht van poging tot doodslag op een agent en van bedreiging van een psychiater en een politieagent, nadat de psychiater en de agenten de man hadden bedreigd met psychiatrische behandeling en dwangmedicatie.
De man draaide door.
De officier van justitie vroeg gisteren ook nog om het gevraagde smartengeld van 1000 euro toe te wijzen aan de agent. Ze hield er in haar eis rekening mee dat C. volgens deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij zou lijden aan schizofrenie.
C. sloeg op 30 juli een agent in Apeldoorn met een stok en zou ook een vuistslag hebben gegeven. Een andere agent werd met de dood bedreigd. Aanleiding voor het incident was dat C., die gedwongen opgenomen was in een psychiatrische kliniek in Apeldoorn, weigerde medicijnen in te nemen. Vervolgens werd hij door de psychiater bedreigd dat ze de medicijnen onder dwang zouden moeten gaan inspuiten als hij de medicijnen niet vrijwillig in zou nemen. Hij schopte vervolgens stennis bij de psychiater, liep in paniek weg uit de kliniek en kwam terug met een houten stok. Volgens C. zou hij daarna op een vriendelijke manier hebben gevraagd of hij zijn sleutels en kleding terug mocht. Maar toen de politie kwam opdagen liep het helemaal uit de hand. Een agent die hem sommeerde terug te gaan naar de kliniek, kreeg gelijk een klap met de stok.
Sinds mei weigert C. zijn medicijnen. In gesprekken met zijn psychiater zei hij geen medicatie te willen en desnoods te gaan vechten.
Ik kom ooit uit het ziekenhuis en dan kom ik terug en kunnen er doden vallen.
De verdachte vindt namelijk dat hij geen psychiatrisch patiënt is en prima kan functioneren zonder medicijnen.
Nu kan ik hier een normaal gesprek voeren en voor mezelf opkomen. Met medicijnen kan ik dat niet.
Hij ontkende de psychiater en agent te hebben bedreigd.
Tegen mijn psychiater heb ik alleen gezegd dat ik liever doodga dan dat ik mijn medicijnen neem.
Hij bekende wel de agent te hebben geslagen. Dat hij hem ook een klap met zijn vuist had gegeven kwam door de pepperspray in zijn ogen.
Ik raakte in paniek en heb me toen alleen geweerd.
Ook de advocaat zei dat C. in paniek raakte, maar niet de intentie had om de agent te doden. Hij achtte de poging tot doodslag daarom niet bewezen.
Hij ga een klap met de stok tegen de schouder van het slachtoffer en niet tegen het hoofd.
Volgens de officier mikte de verdachte wel op het hoofd, maar miste hij omdat de agent wegdook. Ze sprak van een kwalijk gebrek aan respect voor het openbaar gezag.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
Bron: De Stentor